Als een buur in de verte zijn kettingzaag laat zingen, dan is dat een zenoefening op zich.  

Blijf kalm en evenwichtig.  Let er niet op. Laat los. Omarm.  Er is alleen geluid.  Er is alleen horen.

Allemaal goed en wel, maar ik moet hier wel iets op het papier zien te krijgen.  Wie helpt?  Niemand?  Het lot dan maar.  Ik neem er de Tao Te King bij als een ersatztarot.  Sla hem open op een willekeurige plaats.  Nummer 25. Alsof ik vorige week nog niet uitgepraat was over het zen onzevader! Want wat staat er, in die prachtige vertaling van Teun Tjé 1 ?

 

Er is een wezen dat onpeilbaar is.

Vóór hemel en aarde was het er al, stil en eenzaam.

Onafhankelijk en onveranderlijk,

alomtegenwoordig en onaantastbaar.

Je kunt het zien als de Moeder van de wereld.

Zijn naam ken ik niet.  Ik noem het maar Weg.

Moest ik het aanduiden, dan zou ik zeggen: groot.

 

Groot, dat is: weg-gaan.

Weg-gaan, dat is: ver reiken.

Ver-reiken, dat is: omkeren.

 

Zo is de Weg groot, groot is de hemel, groot is de aarde, groot is de koning.

Er zijn dus vier groten in het heelal en de koning is er één van.

De mens volgt de aarde na,

de aarde volgt de hemel na,

de hemel volgt de Weg na.

De Weg volgt zichzelf.

 

Er is een wezen dat onpeilbaar is. Als we niet oppassen, denken we meteen aan een wezen buiten ons.  Iemand ergens ver weg.  Een God op een wolk die alle dingen maakt zoals ze zijn.  Naar eigen willekeur.  Zoals wij, mensen, dat zouden doen.

Maar dat staat er niet.  Er is een wezen.  Er is een (vorm van) zijn.  Hoe, waar, wat, we zullen het nooit doorgronden, het is en blijft onpeilbaar.  Het peillood van ons verstand of zintuigen zal nooit de bodem van Leegte bereiken.

 

Een wezenlijke, wijzeloze wijze van zijn, de essentie, die er is en was, nog voor wij op het idee kwamen het te hebben over tijd.  Nog vóór de tienduizend dingen, vóór hemel en aarde. Stil en eenzaam.  Bij Kristofer Schipper staat er: In stilte verzonken, …, alleen, onveranderlijk. 2

 

Hoe noem je dan zoiets? Daar zijn geen woorden voor, ik probeer het maar met Leegte.  Of met  Moeder van de wereld.  Of zoals vorige week met moedervader, geest in ons, oergrond van het al.

 

Laten we het vandaag maar Weg noemen, zegt Lao Tze. Weg, dat is Tao.  Tao betekent weg, spoor, platform.  De trein naar de verlichting vertrekt van spoor zeven. 

Wat kan ik erover zeggen?  Hoe maak je zoiets duidelijk? Ik stuntel maar wat en kom niet veel verder dan groot. De Weg is groot! Great! Fantastisch! Super! Volg de Weg, volg de Heer, halleluja!  Amerikaanse peptalk.  Meester Lao Tze zou er eens om gelachen hebben.

 

Groot, dat is: weg-gaan. Vertrekken dus?  Ja, dat ook. Alles verlaten, een thuisloze worden.  En dan, altijd maar wegen gaan, weg gaan.  En ver reiken. Want de Weg, dat is ook That which is beyond the beyond 3 , verder dan de overzijde, verder dan het onbekende. Doet dat geen belletje rinkelen? Gate, gate, gate, parasam gate. Gegaan, gegaan, voorbijgegaan, en zelfs voorbijgegaan aan het voorbijgaan. Verder reiken dan al onze (denk)beelden, en zelfs dat verder reiken loslaten. Omkeren.  Terugkeren.  Naar de bron, d.i. de Leegte.

 

Dat is wat de Weg doet.  En de hemel.  En de aarde. En…de koning. De mens, als koning wiens koningschap niet van deze wereld is 4 . Minnaar van de waarachtigheid. 5 De grote mens, die waarachtig en in heelheid 6 kan, mag, durft leven  De Bovenmens van Nietzsche.  Teun Tjé verwijst naar Spreuken 25: 3

 

Hoe verheven de hemelen zijn,

hoe diep de aarde is,-

en het hart van koningen, 

het is niet te doorgronden.

 

Ook het hart van de mens die in waarachtigheid de Weg volgt en ver reikt is, net als de hemel en de aarde, onpeilbaar.

 

Weg, hemel, aarde, mens.  Meer is er niet. 

 

De mens stemt zich af op de aarde.  Hier en nu en altijd.

De aarde volgt de hemel.  Hier en nu en altijd.

De hemel volgt de Weg. Hier en nu en altijd.

De Weg is wat is. Hier en nu en altijd.

 

De kettingzaag is stilgevallen. Weg.

___________

 1 Tjé, T. (2002). Lao Zi.  Daode Jing. Vaals: Abdij Sint Benedictusberg.

 2 Schipper, K. (2010). Lao Zi.  Het boek van de Tao en de innerlijke kracht. Amsterdam/Antwerpen: Augustus.

 3 Star, J. (2001). Tao Te Ching.  The Definitive Edition. Lao Tzu. New York: Jeremy P. Tarcher/Putnam.

 4 Joh. 18: 36 (De Naardense Bijbel)

 5 Joh. 18: 37 (De Naardense Bijbel)

 6 Gelofte aan de mensheid. (Hisamatsu)