De voorbije week heb ik verder zitten grasduinen in Van God los. 1 Kun je dat, los van God door het leven gaan? Je bent dan immers gek, totaal buiten zinnen, vooral omdat je je aanmatigt overal boven te staan, geen regels, - geen god of gebod - nodig te hebben. Wie zo leeft, stort zich in zijn eigen ongeluk; er is geen heil buiten God. Eigen schuld, dikke bult.

Een van de gunstige nevenwerkingen van de spirituele golf uit het Oosten is de aanmoediging om net van God los te komen. Mediteren, die altijddurende oefening van aandacht, zal altijd ijdel en zinloos blijven als het niet vroeg of laat leidt tot de ervaring van leegte.  In de leegte vallen alle beelden en voorstellingen (van God) weg, ze lossen op in het niets. Je kunt pas - schuchter en schroomvol - dichter bij God, de Boeddha, je ware zelf, komen als je merkt dat je iedere voorstelling die je daarvan had hebt losgelaten. Losgelaten, dat wil zeggen genomen voor wat ze is: een manier van zeggen, benoemen en beredeneren die altijd ontoereikend blijft. Zelden beter of slechter dan een andere, al zijn er onnoemelijk vele gestold tot ideologie, waarheid en wapen, waarmee dissidenten worden neergesabeld.

Pas wanneer je helemaal van god los bent, kun je vrij worden, verlicht.  Heel je bestaan, je omgaan met je naasten, zal er lichter van worden.  Niet omdat de wereld veranderd is, maar omdat je door de zenbril er anders naar gaat kijken. Dan komt er een dag waarop je niet meer per se de wereld wilt veranderen door hem naar je hand te zetten.  Dan komt er een dag waarop je je laat meegaan op de stroom van dat wat is. De behoefte om constant tegen te spartelen is totaal weggeëbd. 

Go with the flow heet dat in New-Agemarketingtaal. Wees creatief en laat je drijven op de stroom van energie die door je heen gaat, je zult er ten slotte beter door presteren.  Ik ga wat kort door de bocht, dat weet ik, maar een beetje voorzichtigheid blijft en blijkt hier geboden.  Als je Go with the flow ernstig wilt nemen, kom je nog het dichtst in de buurt van wu wei, handelen door niet-handelen.  Doen zonder hardnekkigheid. Drijven zonder nietsontziende gedrevenheid.

De paradox die dit oosterse inzicht oplevert wordt wel eens over het hoofd gezien. Het vergt heel wat oefening om zo ver te komen dat men zich kan laten meedrijven op de stroom! Wie ooit heeft leren - in willekeurige volgorde! - stappen, fietsen, zwemmen, autorijden, vrijen, boogschieten, spreken, weet dat de beginfase meestal pijnlijk en ontnuchterend is.  Vallen en weer opstaan is de boodschap. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen…net zo lang tot het spontaan komt, zei Fons Jansen in de jaren zestig. Tot de boogpees de pijl wegschiet en niet meer de schutter.  Tot er alleen nog zwemmen, vrijen, lopen zijn.  Zonder zwemmer, vrijer, loper. Allen zijn losgekomen van het beeld (de methode, de leer, de do’ en don’ts) dat ze hadden meegekregen, van thuis, Kerk of school.

Hoe mooi staat het er in De zwemmer van Boudewijn De Groot:

 

Een zwemmer zwemt, hij zwemt in zee
Hij zwemt weg van het strand
Maar neemt bepaalde beelden met zich mee
Van wat hij achterliet op het land
Hij zwemt en denkt niet aan later
Hij heeft geen last van angst of aarzeling
Boven hem lucht, onder hem water
Een zwemmer is een enkeling
 

 

Wegzwemmen van het vertrouwde strand, alles daar achterlaten, loskomen van de beelden, zelfs al neem je ze nog een eindje met je mee. Niet denken aan later, zwemmen zonder de kramp van angst en aarzeling. Verlicht en vrij.  Er is alleen de lucht, er is alleen het water, er is alleen de zwemmer.  Een enkeling. Juist ja, want een enkeling slechts is het gegeven.

Verderop in het lied is er toch weer sprake van verdriet. Natuurlijk, wat je achterlaat blijft schrijnen, de dingen loslaten doet pijn. De pijn van het afgesneden zijn (Vasalis). Tenslotte moet je als enkeling verder! En de kust van Engeland blijft een vage belofte

Maar na het loslaten blijft de zwemmer  

de verzekering
Dat hij alles waarin hij geloofde
Niet zonder reden door iets nieuws verving. 

Alles waarin we geloofden, al onze onwankelbare beelden mogen we loslaten. Het is ons gegund.  We mogen de sprong wagen en zwemmen… van God los.

_____________

 1 Stassijns, K. en I. Van Strijtem. (2011). Van God los. Gedichten over geloof en ongeloof. Tielt: Lannoo.