Bij wie kunnen we terecht als we het niet meer zien zitten? Priesters, psychiaters, coaches, zingevers allerhande, ze schieten te kort. Sturen ons met een kluitje in het riet, plakken in het beste geval een pleister op ons houten been. Welke hulplijn inroepen, bij wie nog aankloppen?

 

Ik ging naar het huisje waar de oude Wijze woonde en klopte aan.

Hij opende de deur en sprak en zijn stem was zachte muziek, als van wind in de bladeren: ‘Ik groet u, vreemdeling.  Wat komt gij zoeken bij mij, oude man?’

Ik antwoordde deemoedig: ‘Ik wil Tao zoeken en een goed mens worden’.

Hij antwoordde: ‘Dat is niet zo heel best.  Gij moet niet zo heel goed willen zijn.  Gij moet ook niet al te veel naar Tao willen zoeken, want zo vindt ge de ware wijsheid nooit.

Er is in elke mens een drang van beweeg die uit Tao is gekomen en die hem weer tot Tao terug wil voeren.  Maar de mensen worden verblind door hun zintuigen en begeerten.  Zij willen veel te veel om het Ene te willen.  We kunnen alleen tot Tao komen door niet te verlangen, ook niet naar goedheid en wijsheid.  Ik zal u niet zeggen wat Tao is.  Gij moet dat zelf gaan vinden door u vrij te maken van alle begeerten en emoties.

‘Maar ik ben zwaar beladen van duistere begeerten’, zei ik. ‘Hoe kan ik ooit naar Tao heendrijven?  Mijn hart is zwaar van slechtheid en het zinkt terug in het droeve slijk’.

De Wijze lachte zacht, vol genade en liefde en sprak: ‘Arme jongen!  Heeft uw zonde u dan zó bang gemaakt?  Dacht gij uw zonde sterker dan Tao?

Gij hebt goed willen zijn en daardoor te veel uw slechtheid gezien.  Maar dit alles is schijn.  Tao is niet goed en Tao is niet slecht.  Tao is alleen.

Als ge vrij zijt van uw begeerten en verlangens, dan zult ge vanzelf tot Tao gaan, zonder te weten dat ge gaat.  Dan zult ge als vanzelf, zonder onnatuurlijke actie in lichte zweving naar Tao verglijden en ge zult het niet weten als ge aangekomen zijt, want dan zult ge in Tao zelve zijn.1

 

Ik wil de Tao zoeken en een goed mens worden.

Ik wil de zin van mijn leven ontdekken, ik wil een hoger doel nastreven, ik wil een goed mens worden. Er zijn er die met minder fraaie ambities rondlopen. Er zijn er die minder bescheiden zijn en aan zichzelf genoeg hebben zonder de behoefte aan te kloppen bij goeroes of wijze mannen.  Maar ik, ik ben deemoedig en hoop op een antwoord dat mij richting geeft en mijn leven weer op de rails zet.

 

‘Een goed mensen worden?’ zegt de Oude.  ‘Oei, dat ziet er niet zo best uit!  Zo zijn er hier al veel langsgekomen, en allemaal vroegen ze om een recept, een leer, een richtlijn.  Allemaal wilden ze van mij horen wat ze moesten doen.  Dat is nu precies de verkeerde weg! Stop met zoeken, stop met je verlangen en begeerte, vooral met je verlangen naar de Wijsheid van Tao. Pas dan kom je tot Tao.

De woorden van de meester doen denken aan die van Eckhart: Want ik zeg jullie bij de eeuwige waarheid: zolang jullie de wil hebben om Gods wil te vervullen, en begeren naar de eeuwigheid en naar God, zolang zijn jullie niet arm; want diegene is arm die niets wil en niets begeert.2

De leerling is koppig in zijn zelfkastijding: Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt! 3 ik ben een slecht mens, vol duistere begeerten en met een hart vol slechtheid dat wegzinkt in het droeve slijk.  Ik verdien het niet gered te worden. Ik verdien de zegeningen van de Tao niet.

Anders dan Jezus, die het gebed van de honderdman verhoort vanwege zijn geloof en vertrouwen, beperkt de Wijze Taoist zich tot een glimlach vol genade en liefde.  Hij is vol mededogen, heeft het niet over geween en tandengeknars. 4 Zijn antwoord is er een van genade, d.w.z. van gunnen.  Hij gunt zijn leerlingen een leven vrij van de druk van misplaatst zondebesef, vrij van de druk van al te zeer te verlangen en obsessief goed te willen zijn, de beste onder de besten. Gij hebt te goed willen zijn en daardoor te veel uw slechtheid gezien. Maar de Tao werkt zo niet, de Tao is geen strenge rechter, die oordeelt over levenden en doden. Tao is niet goed en Tao is niet slecht.  Tao IS alleen. Daaruit komen wij voort, daarheen keren wij terug, met onze goedheid en met onze slechtheid.  Geen enkele begeerte of verlangen kan daaraan wat veranderen. In Tao worden we geaccepteerd precies zoals we zijn. Tao eist niets van ons, en zeker geen onnatuurlijke actie. Vanuit de Tao leven is leven in wu wei, volgend wat van nature is.  Meegaand met de drang van beweeg. Wat een prachtige uitdrukking.  Altijd is er die drang, die nooit aflatende beweging van leven; in kracht en zwakte, licht en donker, yin en yang.

Alle verlangen en begeerte onderdrukken is onmogelijk, onmenselijk.  Dat is ook niet wat de oude Wijze vraagt.  Hij raadt ons alleen aan er niet in te verstikken.  Vrij zijn van verlangen betekent meer er los van te staan dan het te negeren, te onderdrukken of er verblind door te worden.  Vrij leven is vanzelf leven, in een lichte zweving naar Tao verglijden.  En het niet eens weten als ge aangekomen zijt in Tao…

___________________

1 Nooyen, E. (2013). Hart voor Tao.  Lao Zi’s gids voor universele wijsheid. Haarlem: Rozekruis Pers. (pag.249). Het citaat is een samenvatting van p. 93 vv. uit:

Borel, H. (19195). Wijsheid en schoonheid uit China. Amsterdam: P. N. Van Kampen & Zoon.

2 Jellema, C.O. (z.j.). Over God wil ik zwijgen.  Meister Eckhart.  Preken & Traktaten. Groningen: Historische Uitgeverij. (p. 10)

3 Mattheus 8:8

4 Mattheus 8:12