Vandaag laten we de Japanse zenmeester Hakuin (18e eeuw) aan het woord. Hij noemde zichzelf afgeleefde oude kaalkop en op afbeeldingen kijkt hij bijzonder streng, al spreekt uit zijn teksten ook vaak humor.

 

Het citaat van vandaag komt uit een brief die hij schreef “Aan een zieke monnik die ver weg woont” 1 .

Daarin geeft hij ons deze goede raad: Het is essentieel om ook als men ziek is te volharden in zijn oefeningen… Laten we ziek ruim interpreteren als ellendig, ontmoedigd, zonder uitzicht nadat men alles geprobeerd heeft en niets hielp. (Hisamatsu)

 

Toen ik voelde dat mijn leven op geen enkele manier gered zou kunnen worden, begon ik de ware meditatie te beoefenen. Niet wetend of de pijn of de meditatie zou overwinnen, spande ik mij tot het uiterste van mijn krachten in. Ik was vastbesloten en ging onverdroten voort. Eén of twee keer werd het mij haast te veel maar ik bleef doorgaan, vastbesloten dat ik uiteindelijk zou winnen in deze strijd. Ik vergat de dag en de nacht, het eten en slapen en liet geen enkel obstakel tussenbeide komen - of ik nu stond, zat of lag - totdat ten slotte de verlichting in mij groeide alsof zij voor mij stond. En de afgelopen twee weken was mijn bewustzijn helder en de waandenkbeelden en pijn waren opgelost als de mist en de wolken. Ik voelde een grote vrede in mijzelf. Ik ben ontwaakt voor het ware beginsel van de eenheid van geboorte en dood. Ik ben het onderscheid tussen de Boeddha en de demonen ontstegen. Ik ben doorgedrongen in de verborgen geheimen van de enkele, onvernietigbare Diamant. Vanaf vandaag besef ik dat, wat voor mislukkingen of belemmeringen ik ook ondervind, er niets is dat mijn verlichting kan tegenhouden. Ik hoop dat anderen wanneer hun hetzelfde overkomt niet zo zullen handelen als ik deed toen ik gezond was. Ik kan niet vaak genoeg herhalen hoe belangrijk het is om de meditatie niet te verwaarlozen als men gezond is. Deze ziekte van mij was zeer nuttig en daarom ben ik er dankbaar voor.

 

Commentaar:

 

In de diepste ellende en ten einde raad begint Hakuin aan zijn meditatie. Wellicht vanuit de idee ‘baat het niet, het schaadt ook niet’. En hoe het afloopt, weet hij ook niet. Misschien wordt de pijn alleen maar groter, misschien is de meditatie toch heilzaam. Die gerede twijfel slaat echter al heel snel om in vastberadenheid: ik bleef doorgaan, vastbesloten dat ik uiteindelijk zou winnen in deze strijd.

 

Er blijkt maar één meditatierecept te bestaan: de dag en de nacht, eten en slapen, alle obstakels vergeten en verder doen. Blik op oneindig, verstand op nul.

 

Vergeten betekent niet dat je totaal van de wereld bent, maar dat je niet “weet” dat je eet (overdag) en slaapt (‘s nachts). In een andere brief zegt Hakuin dat een monnik die werkelijk mediteert zo echt loopt dat hij niet weet dat hij loopt en zo echt zit dat hij niet weet dat hij zit. 2

 

Verstand op nul betekent niet dat je alle gedachten hebt weten te bannen, maar wel dat je gedachten telkens weer (horen) uit (te) komen bij de Leegte, die zoals de nul in ons getallenstelsel alles verveelvoudigt. Zodra we beginnen te beseffen dat niets op zichzelf een grond heeft, maar alles afhankelijk van elkaar bestaat, wordt iedere lege ruimte voor ons een veld van mogelijkheden.

 

En die blik op oneindig dan? Die mag best geassocieerd worden met reeds vooruit blikken op de Verlichting.

 

Wat was voor Hakuin het resultaat? Mijn bewustzijn [was] helder en de waandenkbeelden en pijn waren opgelost als de mist en de wolken. Mediteren doet onze illusies, waandenkbeelden, kortom, onze verduisterde, mistige wijze van denken plots verdampen. Alle onderscheid valt weg, zelfs de dualiteit tussen leven en dood. 3

 

Via de meditatie went ons denken aan de wijsheid van het diamanten mes die naar de overzijde leidt […..] en leert het de wortels van illusie en verstorende emoties te doorklieven… 4

 

Het diamanten mes snijdt radicaal alle illusies en verstorende emoties weg. Met wortel en tak worden die uitgeroeid. Wat men dan overhoudt is een gevoel van diepe vrede. Vrede zelfs met de pijn die ons op dit moment overkomt. Fantoompijn.

__________________

1 Hakuin (1979). Ontwaken uit dagdromen. Amsterdam: Karnak. (p. 42)

2 Brief in antwoord aan de heer Nabeshima, gezonden aan zijn persoonlijke bediende. Ibidem. p. 30

3 cfr. Avondlijke aansporing: Levendood is een ernstige zaak.

4 Soeng, Mu (2002). De Diamant Soetra. De wereld opnieuw begrijpen. Emst: Maitreya.