Ons denken, voelen, spreken, doen en hun intentie werken door in iedereen en alles, waar dan ook, wanneer dan ook; wij wensen nu in lichaam, hart en geest dat iedereen en alles, alle wezens, in de werkelijkheid zoals het is, in leven dood of komen gaan, verschijnen en verdwijnen, samen een bevrijdende en wakkere weg begaan. Dit dragen wij ook op aan hen die overleden zijn, gewond zijn en aan iedere zieke medemens.

Voor alle Boeddha’s van verleden, heden, toekomst, in welke richting of dimensie ook. Voor alle bodhisattva’s, mahasattva’s, te midden van alle mensen die zich waar, wanneer dan ook verbinden om in lichaam, hart en geest volledig wakker en volkomen ruim te zijn. Voor grote, ruime wijsheid die bevrijdt.1

 

Samen een bevrijdende en wakkere weg begaan. Hiermee raken we aan de kern van ons zenboeddhisme.  Zo eenvoudig is het: de weg die je gaat is er een van bevrijding.  Gaande de weg merk je plots dat je vrijer loopt, losjes, ongehinderd, zonder de last van het verleden, zonder de druk van zelfverwijt, zonder de doem van starre dogma’s en verplichtingen.  Alle illusies smelten als sneeuw voor de zon.  We ontwaken uit de nachtmerrie die ons leven ook bij dag bepaalde. Alle zelfbegoocheling laten we geleidelijk aan achter ons.  We worden wakker, ontwaakt, boeddha.  Niet meer vastgeklit aan de treurige kringloop van geboorte en dood als onderscheiden van elkaar. Leven/dood, komen/gaan, verschijnen/verdwijnen zijn immers leeg, dat zien we nu in; ze bestaan niet op zichzelf.  Leven en dood, dat is de werkelijkheid zoals ze is, zoals het is, zijn in elkaar verweven.  Ook dat is inter-zijn.  Je kunt ook daar niet uit vallen. Met de realiteit van komen en gaan, van verschijnen en verdwijnen zullen we het moeten doen. Zij maken mijn pad tot een pad van himmelhoch jauchzend en zum Tode betrübt. In het zwart van yang zit het wit van yin.  Zodra ik geboren was, keek ik in het gezicht van de dood. De meeste mensen horen dat niet graag, associëren het met zwartgallig pessimisme, terwijl een vluchtige herfstblik op de natuur bevestigt dat het zo is: slechts vanuit het afsterven is er leven mogelijk; vanuit de leegte ontstaat de vorm en iedere vorm ‘vervalt’ tot leegte, die weer vruchtbaar wordt. Alles wat gebeurt werkt door in alles wat bestaat. Hetzelfde geldt voor mij (moreel) gedrag. Ook dat is inter-zijn. We noemen het karma:

Ons denken, voelen, spreken, doen en hun intentie werken door in iedereen en alles, waar dan ook, wanneer dan ook.

Karma heeft niets te maken met fatalisme, maar alles met de doorwerking van de intenties vanwaaruit we denken, spreken, voelen en doen. Zolang het onze intentie is de begeerte, de gehechtheid, de dorst naar altijd meer, voortdurend in onszelf geboren laten worden, zullen we lijden blijven veroorzaken, voor onszelf en voor anderen.  Wat wij doen blijft nooit zonder gevolg. Het is de kringloop van geboorten, waardoor wij ondergedompeld worden in die oceaan van lijden.2

Laten we ons daarvan bewust worden en onze goede intenties, ons goede karma, opdragen aan alle wezens in verleden, heden en toekomst, in het bijzonder aan hen die overleden zijn, gewond zijn en aan iedere zieke medemens. Aan hen die overleden zijn, dat wil zeggen aan hen die niet meer onder ons zijn, maar ook aan al wie ‘dood’ is, niet echt leeft, verstikt in illusies, die hem ziek maken en verwonden.

Laten we ons ervan bewust zijn dat we het zenpad nooit alleen gaan, maar  dat we staan te midden van alle mensen die zich waar, wanneer dan ook verbinden.  Ook dat is inter-zijn: zich (ertoe) verbinden om volledig wakker en volkomen ruim te zijn. Wakker, alert, nimmer onoplettend, nimmer achteloos, zoals we iedere avond reciteren. En ruim: leeg, vrijgemaakt in de Wijsheid voorbij alle wijsheid.

___________________

Universele toewijding. https://sites.google.com/site/wakkerewegditdit/recitatieteksten-wakkere-weg

2 Kelsang Gyatso (1708 - 1756) https://jampasmandala.wordpress.com/category/klassieke-teksten