Voorwaarde vier: Eenzaam leven, ver van de drukte van de wereld.

Dit advies riekt naar wereldverachting.  Vaarwel wrede wereld. We kennen dat treurige liedje: De jachtige wereld put onze menselijke en natuurlijke reserves uit, we snellen tegen een razende vaart de afgrond tegemoet.  Alleen trager, duurzamer en bedachtzamer leven kan ons misschien nog redden. En dat is wie eenzaam leeft wel toevertrouwd. Wie eenzaam leeft, heeft waarschijnlijk meer aanleg om trager te leven, al was het maar omdat zoveel er nog zo weinig toe doet.

Ik denk niet dat de Boeddha een traagzame eenzaat als deze in gedachte had. Eenzaam leven is ten volle leven! Teruggetrokken, om des te beter en weloverwogen te kunnen handelen.  De thuisloze, die zich teruggetrokken heeft uit al het voor de hand liggende, die al zijn kant en klare ideeën en zijn massieve  vooronderstellingen heeft opgeborgen, is bij uitstek degene die kalm en evenwichtig in het leven kan staan. Betrokken op de wereld zonder eraan gehecht te zijn. Dienstbaar zonder slaaf te zijn van wat men van hem eist. 

 

Voorwaarde vijf: IJverig en volhardend oefenen.

Zelfs als de grond onder je voeten verdwijnt, zelfs als al je mediteren een en al waanzin lijkt, hou vol, hou vol, verspil geen tijd. 1  Want net in de diepste ellende kan het allemaal ineens openbreken.  Blijf oefenen, op je kussen, maar vooral in het leven.  Als de meditatie niet doorstroomt in de dagelijkse alledaagsheid van werken en rusten, zitten en staan, lijden en blij zijn, dan heeft ze geen enkele zin. Zen is geen hobby als kleiduifschieten of pitriet vlechten, die je met enige mate van vrijblijvendheid kunt beoefenen.  Zen is een kwestie van levendood.  Zitten  doe je met het gevoel dat je haar in brand staat, ieder moment van de dag opnieuw.

 

Voorwaarde zes:  Kalm en evenwichtig zen beoefenen.

Mediteren dus?  Dat is toch per definitie kalm en evenwichtig?  Mis! Al zit je roerloos op je kussen, onder je schedeldak gaan je gedachten razend te keer. Als aapjes springen ze van tak naar tak, en je moet van goeden huize zijn om ze te bedwingen. Onlangs vond ik een Franse vertaling van een van Dōgens uitspraken:

 

Briser ses os, broyer sa moelle demande moins de résolution que maîtriser ses esprits. 2

Je botten verbrijzelen, je merg vermalen vergt minder vastberandenheid dan meester te worden over je geest.

 

Dat is waar het om draait: al die hongerige geesten in je hoofd  overmeesteren, door alle illusies en alle gedachten aan een bestendig ik te verbrijzelen en te vermalen. Dat gaat gepaard met veel en pijnlijk  emotioneel geknars.  Gelukkig hoor je in de stilte van de zendo zelden dat  akelige geluid van al die  egoversnipperaars in onze hoofden. En daarom zijn we geneigd elkaar wijs te maken dat we er allemaal kalm en evenwichtig bij zitten.

 

Voorwaarde zeven:  Het juiste begrijpen van de dharma behoeden.

Hieruit spreekt een bekommernis om de zuivere leer, die te allen tijd behoed moet worden.  Alsof er boeddhaleer bestaat die eens en voor altijd vastligt.  De Boeddha zelf raadde ons aan niets van wat hij zei zonder meer te geloven.  Onderzoek alles met je kritische verstand.  Vertaal de leer in overeenkomst met de omstandigheden - het is en blijft de kracht van het boeddhisme dat het zich altijd weet te bedienen van de taal en de cultuur waarin het terechtgekomen is.

Wat de Boeddha vraagt is dat we de dharma, dat is de leer én de werkelijkheid, behoedzaam tegemoet treden.   Het juiste begrijpen impliceert dat we voorzichtig omspringen met onze manier om de dharma te verwoorden.  De Wijsheid voorbij alle wijsheid valt tenslotte niet te verwoorden. Daarom gaan we iedere keer opnieuw behoedzaam de stilte in.  Daarin valt niets meer te zeggen.  Vandaar…

 

Voorwaarde acht:  Niet almaar discussiëren en praten.

______________

1http://www.mahakarunachan.be/wp-content/uploads/2010/12/05-Identiteit-veelheid-eenheid.pdf

2  Dōgen: Gakudôyôjin-shù: 6