Waarom zijn we eraan begonnen, aan zen? Waarom in godsnaam een uur op een kussentje voor je uit zitten staren? Daar is maar één antwoord op: Ik weet het niet. Dat wil zeggen daar is NIET één antwoord op. Meteen zitten we alweer midden in de paradox. We kunnen niets meer dan tasten naar een bevredigend antwoord, dat helaas steeds verder terugwijkt. Dat maakt ons opstandig en deemoedig1.

Opstandig, want we willen een houvast, een antwoord dat eens en voorgoed alle twijfels wegneemt, dat ons garandeert dat we de juiste keuze hebben gemaakt voor onze maandagavonden, dat we succes zullen boeken als we maar ijverig blijven oefenen. Na verloop van tijd zullen we een baken van rust en een toonbeeld van evenwicht zijn voor onszelf en onze medemens.

Deemoedig, nu al onze zekerheden ons ontglippen. Alles waaraan we zo gehecht zijn doet er ineens niet meer toe: de wereld van target, assessment, strategie, audit, evaluatie, remediëring… Het hele managementsjargon de prullenmand in. Afgelopen ook met het getwitter onder ons schedeldak; met al die gedachten, die komen en gaan, ons telkens verleiden om er bij stil te staan, erop door te gaan, ze meer gewicht te geven dan ze verdienen. De prullenmand in!

Nu gaan we de stilte in. En dat is iets anders dan de afwezigheid van geluid. Het is een soort stilte die bevorderlijk is voor aandacht zonder compulsief denken, voor alles wat zich tussen de regels afspeelt, voor het onzegbare en het onzichtbare. Voorbij de woorden en buiten de woorden om.

We kunnen daar niet altijd meer goed tegen. We zijn verslaafd aan lawaai, geklets, praatjes voor de vaak, das Gerede (Heidegger), ook in ons eigen hoofd. Het getsjirp dat opstijgt uit de oortjes van zovele reizigers in tram of bus irriteert ons mateloos, maar alles liever dan stil zijn. Stilte maakt ons bang. De wijsheid uit het oude liedje, dat zwijgen niet verbeterd kan worden bestrijden we hardnekkig elke dag met onze staccato verwoorde zekerheden en dogma’s, waarmee we graag iedereen platwalsen.

En toch, daar is hij weer de paradox. Als stilte zo belangrijk is, waarom er dan zoveel woorden aan wijden? Misschien omdat je over wezenlijke dingen niet zwijgen mag of kan. Felix Timmermans behoorde tot de velen die dat verstilde zengevoel hebben uitgedrukt in woorden. Omdat er nu eenmaal geen ander, zij het schamel, middel is dan taal. Als het gaat om de stilte, mag het zwijgen al eens doorbroken worden. Al was het maar om te wijzen op de vreugde als in de stilte alles ineens samenvalt, alle onderscheid wordt opgeheven. Alle angst, die ons in het gewone leven buiten de zendo vaak zo eng maakt, is dan opgeheven. In ons breekt het leven door ! 2

 

De kern van alle dingen

is stil en eindeloos.

…..

geen gisteren en geen morgen meer,
geen tijd meer en geen uren,
geen grenzen en geen muren;
en alle angst voorbij,

..... 3

____________

1 Ik tracht op poëtische wijze (Lucebert)

2 Toewijding van de Bodhisattva.

3 De kern van alle dingen ... (Felix Timmermans)