Zhuang Zi liep eens in de bergen en zag daar een grote boom met veel takken en weelderig loof. Een houthakker zat naast de boom, maar maakte geen aanstalten deze om te hakken. Toen hem gevraagd werd wat de reden was, zei hij: “Dit hout is onbruikbaar!” Zhuang Zi zei: “Deze boom kan dus dankzij het feit dat hij onbruikbaar is zijn natuurlijke levensduur behouden!” 1

 

Het lijkt wel de filosofie van Johan Cruijff in een notendop: Ieder nadeel heb se voordeel, en...omgekeerd. Je denkt dat je een boompje van niks bent, maar spoedig blijkt dat je gebreken je juist hebben gered van een snelle kap. Jij mag rustig verder leven naar je natuur. Jij mag de Tao, je natuurlijke levensduur, blijven volgen. Jouw leven zal duren zolang het duurt en geen enkele houthakker zal het beëindigen voor de tijd gekomen is.

 

Toen hij uit de bergen was afgedaald, ging Zhuang Zi bij een oude vriend thuis overnachten. Deze was erg blij hem te zien, en droeg zijn zoon op een gans te slachten en te bereiden. De zoon vroeg: “Welke zullen we slachten? De ene die kan snateren? Of de andere die niet kan snateren?

‘Slacht de gans maar die niet kan snateren’! antwoordde de gastheer.

 

Het kan verkeren, zei Bredero. De boom werd gespaard vanwege zijn gebrek, dat hem ongeschikt maakte om geveld te worden. De gans wordt geslacht omdat zij niet doet wat zij gans zijnde geacht wordt te doen: snateren. Haar gebrek wordt dus haar ondergang, richting kookpot.

 

Moraal van het verhaal: soms is een gebrek een voordeel, soms ook weer niet. Soms maakt het je bruikbaar, soms onbruikbaar.

De leerlingen van Zhuang Zi raakten er ook niet wijs uit en vroegen hem:

 

Meester, wat is uw positie in deze kwestie?

Zhuang Zi lachte en zei: ‘Als ik mijn positie zou moeten bepalen, dan zou die ergens in het midden, tussen bruikbaar en onbruikbaar in, moeten zijn.’

 

Hier kunnen we mee leven: de gulden middenweg. We zijn weer eens gerustgesteld. Soms zijn de dingen ‘een beetje’ bruikbaar, of ‘een beetje’ onbruikbaar, dat hangt ervan af. Waarvan? Van de omstandigheden. Ja, tegen zo een cliché is niets opgewassen. Maar het klinkt toch een beetje als: “Het kan vriezen, het kan dooien.” Erg comfortabel is het niet als antwoord.

Dat wist Zhuang Zi natuurlijk ook, want hij voegde eraan toe:

 

Maar zo’n middenpositie lijkt beter dan ze is, want op die manier ontkom je niet aan beslommeringen. Maar ik zeg jullie: als je de kracht van de Tao berijdt en zo gaat rondzwerven - dan is het anders:

 

Zo’n gulden middenweg lijkt comfortabel, biedt het gemak van het compromis. Maar in werkelijkheid bezorgt hij je toch kopzorgen, beslommeringen. Je gaat almaar weer twijfelen of je wel de juiste keuze gemaakt hebt door niét te kiezen voor bruikbaar of onbruikbaar, voor gebrek of voordeel.

De beste houding is die van de ruiter die krachtig in het zadel zit en vakkundig, vaardig en ongedwongen zijn paard meestuurt met de stroom van de Tao. Rondzwervend zal hij wel zien waar hij uitkomt, en hij zal zien dat het goed is: als iets onbruikbaar is én als iets bruikbaar is. Zo zal het zijn:

 

Geen lof, geen blaam;

Nu eens draak, dan weer slang;

Verander met de tijd mee,

Laat je nooit vastzetten in één manier van doen;

Soms hoog, dan weer laag,

Afhangend van wat het beste overeenkomt met de omstandigheden.

 

Pin je niet te snel op iets vast. Soms springen de dingen in het oog als de draak, soms blijven ze als de slang in het verborgene. Verzet je niet tegen het leven, spartel niet tegen, maar laat je leiden door wat het beste overeenkomt met de omstandigheden, d.w.z. met wat is, d.w.z. met wat ons overkomt.

 

Hoe vaak slaan we deze goede raad niet in de wind, omdat we zekerheid willen en eenduidige antwoorden. Maar dat verlangen naar eenduidigheid schept verdeeldheid, en daarom ziet onze wereld eruit zoals hij eruit ziet:

 

Al wat verenigd is wordt gescheiden;

Wat volkomen is wordt vernield;

Wat nederig is, wordt vertrapt;

Wat verheven is, wordt bekritiseerd.

Zij die handelen worden de dupe,

Die wijs zijn worden tegengewerkt,

Die vroom zijn worden bedrogen.

 

Zhuang Zi besluit zijn les als volgt:

 

Helaas! Waar kan men ergens houvast vinden? Discipelen, let op mijn woorden! Slechts in het land van de deugd van de Tao!

________________

1 Schipper, K. (2007). Zhuang Zi. De volledige geschriften. Het grote klassieke boek van het taoïsme. Amsterdam: Augustus. (p. 255)