Een gedachte-experiment. Stel, we stoppen een weekje met alles. We beperken onze (economische)activiteit tot het strikte minimum, ons cultuurleven gaat op een laag pitje. We kopen geen boeken, cd’s of kranten meer, gaan niet meer naar film of toneel. We gaan niet op reis, kopen geen auto, geen huis met sauna en jacuzzi. Kortom, het hele boeltje valt stil, voor eventjes katapulteren we onszelf terug naar de jaren vijftig en doen het met minder.

 

Het lijkt aantrekkelijk en zinvol. Helaas, het kan niet, zullen de macro- (bijna schreef ik macho-) en micro-economen ons weten te vertellen. Onherroepelijk zal het hele systeem in elkaar stuiken! We zijn er immers met handen en voeten aan gebonden. Als we het oprecht met minder aan willen doen, dan kukelt toch de hele economie in elkaar! Ja, maar als we steeds meer blijven stapelen, verzamelen en oppotten, dan draait weliswaar de economische molen op volle toeren, maar worden we er binnen de kortste keren door vermalen tot pulp. Een spagaat noemen ze dat tegenwoordig. Een dilemma, een paradox. De wereld draait door, en geld moet rollen. De wereld draait dol en de geldwereld rolt ons.

 

Wat te doen?, vroeg Lenin zich af begin twintigste eeuw. We weten het niet, sussen we onszelf. We willen het ook niet weten:

 

Als ik niet kijk/Heb ik het niet gezien/Heb ik het niet gezien/Wist ik er niets van/Kunnen ze mij niets maken/Dus ik kijk niet.1

 

We wachten maar af, tot het echt niet meer verder kan, tot we met onze neus in de smurrie gedrukt worden die we als homo economicus hebben achtergelaten. Met andere woorden, we vinden de situatie nog niet uitzichtloos genoeg. Het kan nog erger, en dan zien we wel weer. Mensen die ervoor doorgeleerd hebben vinden heus wel een trucje om eraan te ontkomen. Hoe inventief is niet de mens.

Mijn excuses voor deze ietwat sombere overpeinzing. Ze kwam bij me op toen ik over de radio iemand hoorde vragen naar de betekenis van schortelwoensdag. Nooit van gehoord? Ik ook niet. Het is de woensdag van de Goede Week waarop men het klokkenluiden opschort (tot Stille Zaterdag). Al het gebeier, het gebimbam van onze drukke, stressy zelf verstilt. Voor een paar dagen zeggen we met Firs uit Tsjechovs De kersentuin: Tararaboemsajee, ik zit, doe niet meer mee.

 

Zou het niet mooi zijn als we af en toe zo een schorteldag of zelfs maar schortelmoment in onze agenda opnamen? Midden in de dag alles waarmee we bezig zijn opschorten, bewust in- en uitademen (zoals Thich Nhat Hanh ons aanraadt) en dan weer verder, maar minder druk. Een ideaal kerstgeschenk aan onszelf, beter en voordeliger dan een hippe, dure cursus volgen om de strijd aan te binden met de kerststress (het woord uitspreken alleen al maakt je tureluurs!).

 

En ons wegtrekken zal niet tevergeefs zijn, maar vruchtbaar zijn en resultaat opleveren, garandeert ons de Boeddha 2. Dat zie je trouwens al een klein beetje aan de nieuwste (helaas ook een tikkeltje modieuze) trend. Ik lees het vandaag in de krant:

 

Jonge mensen organiseren fenomenen als de ‘log off afternoon’. In plaats van ‘casual friday’ wil men op vrijdagnamiddag de telefoons en computers uitschakelen en analoog met elkaar communiceren. Leuk. Alleen, wat staat er twee regels verder? Om dan om vijf uur, als de dag voorbij is, op Twitter te vertellen hoe leuk het was. 3

 

Zullen we dan ook het opschorten maar opschorten? Want echt leren doen we het zo te zien nooit. We snakken naar analoog, maar dat twitteren we digitaal. Ne mens, ge kunt daar niet aan uit, zei Walschap.

___________

(1) Bram Vermeulen: Politiek.

(2) MN, i, 281

(3) de Morgen, 5 december 2011