Wat is er mooier dan creativiteit, vorm te geven aan ideeën, indrukken, wetenschap, gevoelens? Op je eigen, unieke manier naar buiten brengen wat in je leeft aan inzicht, twijfel, verlangen, geloof. Omdat je niet anders kunt, uit noodzaak.

 

De keerzijde van de medaille is dat iedere vorm, alles wat we gestalte geven, meteen ook leidt tot onderscheid, zelfs tot verdeeldheid. Mijn kunst, mijn filosofie, mijn wetenschap stel ik tegenover al die andere filosofieën, tegenover alle kunst en wetenschap buiten mij. Het gevaar loert om de hoek dat ik daardoor verdeeldheid zaai, zeker als ik ervan overtuigd raak dat mijn vormgeving niet alleen uniek is, maar ook de enig mogelijke. De bijbel wordt dan niet langer meer beschouwd als wijsheidsliteratuur, maar als hét Woord, vervat in een vuistdik boek, waarmee makkelijk iemand dood te slaan valt.

 

Zelfs onze gewoonste gewaarwordingen geven aanleiding tot verdeeldheid. Wat we horen roept onaangename OF aangename gevoelens op, terwijl er in werkelijkheid alleen maar "horen" is. We kunnen het niet laten aan alles een oordeel te verbinden. Nochtans, of het nu gaat om duisternis of helderheid, onderscheid maken tussen beter en slechter, zuiver of onzuiver blijft een onmogelijke zaak:

In duisternis zijn beter EN slechter niet te onderscheiden. In helderheid is het zuivere EN onzuivere duidelijk te zien.

Wie kan voor zichzelf uitmaken wat, te midden van al zijn ellende, uiteindelijk voor hem beter OF slechter is? En is het niet zo dat er over zuivere helderheid nog altijd een zweem van het onzuivere hangt?   

 

Het enige waarop je je kunt verlaten is op de eenvoud des harten, op het eenvoudige vertrouwen dat alles is wat het is, en goed is zoals het is.

Het leven, de tao, god, volgt ongedwongen zijn natuur:

 

Vuur is warm, water is nat, de wind waait, de aarde is hard. En meer valt daar niet over te zeggen. Wie zal een oordeel uitspreken over het feit dat water nat is?

 

Ogen zien, dat wil zeggen: Er is slechts zien.

Oren horen, dat wil zeggen: Er is slechts horen.

De neus ruikt, dat wil zeggen: Er is slechts ruiken.

De tong proeft, dat wil zeggen: Er is slechts proeven.

 

Zo vertrouwt ook een kind op zijn moeder. Zo vertrouwt alles wat leeft op zijn oorsprong, waarin alle verdeeldheid en onderscheid, alle oorzaak en gevolg ten slotte teruggaan op dezelfde wortel. Alles, het zoete en het zure, in horen, zien, ruiken en proeven, in voelen en denken keert terug naar zijn oorsprong, waar ieder onderscheid onbestaande is.

 

Wie daarop vertrouwt, beseft dat begrippen als hoog en laag slechts woorden zijn, die relatief gebruikt worden. Nooit zullen we in relatieve begrippen als hoog en laag, duister en helder, zuiver en onzuiver het ware zelf kunnen vatten. 

Zoek niet naar die duisternis, zoek niet naar die helderheid als op zichzelf staande realiteiten. Alle zogenaamde tegenstellingen horen bij elkaar, zoals de linker- en rechtervoet bij het lopen.